LICHAMELIJK
De behandeling van kinderkanker met chemotherapie, radiotherapie en chirurgie heeft als keerzijde dat er op lange termijn gevolgen kunnen zijn. Welke gevolgen dat zijn hangt van allerlei factoren af en niet iedereen krijgt ermee te maken. De effecten van chemotherapie en radiotherapie kunnen elkaar soms versterken, maar ook hier geldt dat niet iedereen op dezelfde manier reageert.
Chemotherapie doodt naast kankercellen ook gezonde cellen en dat geeft allerlei bijwerkingen, zoals haaruitval, misselijkheid, gevoeligheid voor infecties en orgaanschade. Deze bijwerkingen verdwijnen langzamerhand als de behandeling is afgelopen. Sommige middelen hebben echter blijvende gevolgen, zoals orgaanschade en verminderde vruchtbaarheid. Een overzicht van welke middelen tot welke schade kunnen leiden, vind je hier.
Radiotherapie (bestraling) doodt naast de tumor ook omliggend weefsel. Vooral bij kinderen is de kans op schade relatief groot omdat zij nog in de groei zijn. Gevolgen kunnen zijn: achterblijven in groei van de bestraalde lichaamsdelen, leer- en concentratieproblemen na bestraling van de hersenen of een tweede tumor in het bestralingsgebied.
Chirurgie kan zichtbare schade en functieverlies geven, zoals bij een amputatie of verwijdering van een orgaan. Sommige operaties, zoals het verwijderen van een nier, hoeven geen directe gevolgen te hebben maar kunnen na verloop van tijd problemen geven.
Lichamelijke gevolgen kunnen je leven beïnvloeden en dat is soms moeilijk te accepteren.
‘Ik heb geleerd te accepteren wie ik nu ben en te kijken naar wat ik wel kan. Na veel oefening kan ik bijvoorbeeld weer schrijven, terwijl ik linkshandig was.'