(ON)VRUCHTBAARHEID
De meeste mensen die op de kinderleeftijd kanker hebben gehad, zijn normaal vruchtbaar. Toch is er een groep die verminderd vruchtbaar of zelfs onvruchtbaar is. Dit hangt samen met de soort kanker en behandeling, het geslacht en de leeftijd tijdens de behandeling.
Invloed van de behandeling
Vrouwen worden geboren met een voorraad eicellen en daar komen geen nieuwe bij. Mannen maken vanaf een bepaalde leeftijd doorlopend zaadcellen aan. Sommige chemotherapie, met name alkylerende middelen als cyclofosfamide en ifosfamide, kunnen schadelijk zijn voor de vruchtbaarheid. Ook radiotherapie kan een negatieve invloed hebben.
Bij vrouwen neemt het aantal eicellen af en je komt eerder in de overgang. Bij mannen neemt de zaadproductie af. Er zijn minder zaadcellen, de zaadcellen zijn van mindere kwaliteit en minder beweeglijk of er worden helemaal geen zaadcellen meer gemaakt. Tegenwoordig worden daarom voor het begin van bepaalde behandelingen zaadcellen of eicellen afgenomen en bewaard.
Heb je vragen over je vruchtbaarheid, bespreek ze met je LATER-arts.
Wat betekent het?
Heb je kans vervroegd in de overgang te komen, dan ‘moet’ je eerder gaan nadenken over kinderen want je hebt 'minder tijd'. Ben je als kind bestraald op je onderbuik of bekken, dan is er een kans dat je baby vroeger geboren wordt of een laag geboortegewicht heeft.
Ben je zwanger, vraag dan aan je LATER-arts of je onder controle kunt blijven bij een verloskundige of naar een gynaecoloog moet. Vertel je verloskundige of gynaecoloog altijd welke behandeling je als kind hebt gehad.